Weet je nog, dat eerste biertje? Spannend, stoer, maar… bitter, niet lekker!
En mijn eerste whisky kan ik me ook nog goed herinneren. Lang geleden kreeg ik in de kroeg, onder begeleiding van: “Hier een Jantje Wandelaar, is lekker!”, mijn eerste whisky in mijn hand geduwd. De ervaring riep toen associaties op die ik vergeleek met termen als “brandspiritus” en “terpentine”.
Wat ik vroeger smering vond, lust ik nu wel
Ik ben niet het type dat, onder de noemer van “wat de boer niet kent dat vreet hij niet”, zich nooit meer aan nieuwe smaakervaringen heeft gewaagd. Zodoende heb ik gemerkt dat ik veel dingen die ik vroeger niet lustte nu heerlijk vind. En heus niet alleen wat drank betreft; ook mijn maaltijdsamenstelling is in de loop der jaren geëvolueerd, maar dat terzijde.
Bushmills
Er gingen jaren overheen voordat ik na mijn eerste whisky-ervaring de drank opnieuw een kans gaf. De situatie was vergelijkbaar – ik kreeg weer een whisky in mijn hand gedrukt – maar de whisky was wel van een ander merk. De Bushmills bleek na een paar slokken best goed te drinken te zijn en zo werd ook de interesse in andere whisky’s aangewakkerd. Blijkbaar zat er verschil tussen de ene en de andere whisky?
Ik moet bekennen dat de “brandspiritus” en “terpentine” ervaring zich sindsdien nog wel eens herhaalde. De eerste peated whisky, vooral die aan de medicinale kant van het spectrum, leidde in het begin nog tot het geven van kenmerken die niet tot het standaard vocabulaire van de gemiddelde whisky liefhebber toebehoort.
Je kunt whisky leren drinken
In mijn geval geldt zeker dat ik whisky heb moeten leren drinken. Inmiddels weet ik veel verschillende whisky’s te waarderen. Proost!