De eerste jaren in de whisky geschiedenis
De invloed van alcohol had een groot effect op de ontwikkeling van de menselijke beschaving. Zoals de wijn meer dan 8 duizend jaar geleden er in geslaagd is om zichzelf in vele religies en gewoonten over de hele wereld te nestelen, zo is whisky er in geslaagd om het synoniem te worden van een Schotse geschiedenis en één van de meest populaire moderne alcoholische dranken. Hoewel de nationale drank van de Schotten wereldwijd populair werd na de 15e eeuw, kan de oorsprong van whisky op veel oudere periodes van onze geschiedenis teruggevoerd worden.
Whisky wordt gemaakt via de distillatie van gegiste granen. De eerste tekenen van dat proces werden gevonden in de archeologische opgravingen van duizenden jaren voor Christus van Babylon en Mesopotamië. In eerste instantie werd het distilleren gebruikt voor het creëren van parfums en aroma’s. Daarna werd distillatie langzaam verspreid over de oude beschavingen waar het talrijke aanpassingen en verbeteringen onderging. Uiteindelijk vond het zijn weg naar de Europese christelijke kloosters. Stabiliteit van hun orde en de noodzaak om verschillende soorten alcoholische dranken te produceren voor hun religieuze ceremonies zorgden er voor dat het proces van fermentatie en distillatie tijdens de barre tijden van de donkere middeleeuwen behouden zijn gebleven. Er wordt aangenomen dat het proces van distillatie door christelijke monniken werd meegenomen naar de gebieden van Ierland en Schotland tussen de 11e en 13e eeuw. Maar uit sommige gegevens blijkt dat oude Kelten distillatie aangeleerd hebben tijdens de productie van hun “uisgebeatha” (water van het leven). Het gebrek aan druiven was één van de beslissende factoren die bier en whisky in Noord-Europa zo populair maakten. Door het decennia lang perfectioneren van het proces van distillatie, werden de Schotten al snel de wereldleiders in de productie van goede whisky. Tegen de tijd dat de eerste schriftelijke vermelding van whisky verscheen in 1494, was de productie en consumptie van whisky in Schotland al gemeengoed geworden. In die eerste vermelding kreeg de monnik John Cor “acht bollen van de mout om tot aqua vitae te maken”. Deze hoeveelheid was genoeg voor de productie van ongeveer 1500 flessen whisky.
Engelse wetten
De populariteit van whisky bleef stijgen tijdens de eerste jaren van de 16e eeuw tot in 1541 de kloosters in Schotland opgeheven werden door de Engelse koning Henry VIII. Deze gebeurtenis zette de werkloze monniken aan tot particuliere productie van whisky en al snel verspreidde hun kennis over heel Schotland. In het begin van de 18e eeuw werd de Schotse voorliefde voor de whisky opnieuw getest toen de Engelse Kroon samengevoegd werd met de Schotse en de nieuwe strenge belastingen die werden geheven op iedere brouwerij die geen licentie had. Door de belastingwetten daalde de productie van whisky aanzienlijk. Om de belastingen te ontduiken begonnen Schotse brouwers met het illegaal produceren van hun drank. Duizenden geheime distilleerderijen startten in heel Noord Engeland met het maken van whisky. Vaak werd er alleen ‘s nachts geproduceerd om de rook van het stoken te verbergen. Aan deze periode dankt whisky haar bijnaam “maneschijn”. Smokkel van whisky werd al snel een kunst op zich wat gedurende meer dan 150 jaar leidde tot dagelijkse gevechten tussen smokkelaars en Schotse en Engels ambtenaren. Tijdens de jaren van de Schotse belastingen had het tekort aan whisky over de hele wereld een grote impact op verschillende landen. Het meest opvallend is dat tijdens de Amerikaanse Revolutie whisky zo schaars werd dat het vaak gebruikt werd als betaalmiddel. Enkele jaren na het einde van de Amerikaanse Revolutie maakte de Amerikaanse regering dezelfde fout als de Schotten en introduceerde het zware belastingen op de ingrediënten, productie en verkoop van whisky. Dit bracht grote ontevredenheid onder Amerikaanse landarbeiders, die prompt leidde tot de beroemde “Whisky Opstand”.
Het einde van de strijd voor de whisky makers in Schotland kwam in 1823 toen de Engelse regering een wet introduceerde die legalisatie van whiskyproductie mogelijk maakte. Deze gebeurtenis verjongde de whiskyproductie door heel Schotland en Ierland en zorgde voor een golf van technische innovatie. Eén van de grootste uitvindingen van die tijd was de “continuous still”, dat werd bedacht door Robert Stein (en later gepatenteerd door Aeneas Coffey). Het stelde brouwers van whisky in staat om veel sneller te produceren en om een betere kwaliteit whisky te maken.
Recente whisky geschiedenis
De tweede helft van de 19e eeuw werd gekenmerkt door twee belangrijke gebeurtenissen. Scott Andrew Usher perfectioneerde met succes de blended whisky en slaagde erin om dit in de rest van de wereld op de markt te brengen waardoor het één van de meest succesvolle alcoholische dranken werd. Een andere factor was de plotselinge verspreiding van de plaag Phylloxera (wijndruifluis) die er voor zorgde dat de wereldwijde productie van wijn vernietigde. Geconfronteerd met de sterk verminderde productie van nieuwe wijnen richtten veel mensen hun aandacht op whisky.
De laatste grote gebeurtenis op de wereldwijde productie van whisky was tijdens de eerste helft van de 20e eeuw. Na enkele eeuwen van het maken van whisky in Noord-Amerika (vanaf 1823 noemden ze het Bourbon) werden de distilleerderijen van de ene op de andere dag illegaal toen de publieke opinie de Amerikaanse regering dwong om de verkoop, productie en transport van alcohol tussen 1920 en 1933 te verbieden. De periode van drooglegging was een grote klap voor de distilleerderijen. Er was slechts een zeer beperkte productie van religieuze wijn en medicinale whisky toegestaan. Net als bij het 150 jaar lange alcoholverbod in Schotland begonnen de Amerikanen al snel een eigen ondergrondse beweging voor productie en transport van alcohol. Een stijging in criminaliteit, de vorming van zeer georganiseerde criminele organisaties (maffia) en publieke druk brachten een einde aan de drooglegging in 1933. Het duurde drie decennia om de productie en consumptie van alcohol weer op het oude niveau te brengen. Het gebrek aan innovatie in de alcohol-industrie zorgde er voor dat een overgroot deel van de distilleerderijen gedwongen werd te sluiten. Dit leidde tot de sluiting van vele kroegen, massa verlies van banen en de algemene economische ommekeer. De effecten van de drooglegging had grote invloed op de cultuur van de VS – sterke dranken stegen in populariteit (ten koste van de eerder populairdere bier en wijn), en de komst van vrouwen in kroegen en café’s werd sociaal aanvaardbaar.
De populariteit van whisky blijft ieder jaar groeien. In 2009 slaagde de Schotse brouwers erin om een record aantal van 1,1 miljard flessen whisky aan de klanten over de hele wereld te exporteren.